Siku

Met het derde speelgoedautomerk in Europa is het beter gesteld. Ook Siku is niet meer overal te koop, maar de modellen zijn nog steeds heel acceptabel voor zowel kinderen als verzamelaars. Het start in 1921 in de bakermat van speelgoed: Duitsland. De fabriek Sieper-Werke levert metalen en kunststof onderdelen. Na de oorlog zoekt men naar uitbreiding van het aanbod. De keuze valt op speelgoed van kunststof. Hiermee is de naam een feit: Sieper Kunststof = Siku. Midden jaren vijftig is bijna al het speelgoed nog van blik, het is dus beslist bijzonder dat Siku met kunststof komt. In 1963 gooit Siku toch het roer om. Door de concurrentie uit Engeland gaat men ook metalen modellen maken. Tot en met 1968 maakt men zowel de kunststof als de metalen modellen naast elkaar, daarna blijven alleen de metalen Siku’s over. In tegenstelling tot de andere speelgoedmerken zijn de Siku modellen vanaf het begin in een vaste schaal: 1/60. Dit is zo gebleven tot 1975, vanaf dat jaar werden de modellen iets groter: 1/55. Tegenwoordig maakt Siku ook modellen in andere schalen.

In het Speelgoedkabinet staan enkele honderden Siku-modellen, onder andere nutsvoertuigen en vrachtwagens, maar vooral personenwagens. Bijna alle personenauto’s vanaf 1975 zijn aanwezig, terwijl ook veel kleurvarianten te zien zijn.